Wat komt erbij kijken om lekkere kaas te maken
Boerenkaas wordt altijd ’s ochtends gemaakt. De melk van de vorige avond (deze is dan tot 8 graden gekoeld) wordt gemengd met de ochtendmelk (37-38 graden).
Vervolgens wordt het op een temperatuur van 30 graden gebracht. Dan wordt eerst het zuursel toegevoegd en later het stremsel. Het zuursel zet de suikers in de melk om in een stof met een lichtzure smaak (hierdoor ontstaan ook de gaten in de kaas).
Het stremsel maakt tijdens het stremmen van de eiwitten in de melk een dikke gelei, die vervolgens weer wordt omgezet in andere eiwitten. De gelei wordt in stukjes gesneden (wrongel), die in de kaasvorm wordt geperst. De wrongel en de wei (rest melk) worden van elkaar gescheiden.
In het pekelbad wordt de kaas gezout. Zout is nodig voor de stevigheid, houdbaarheid en smaak van de kaas.