Links of rechtshandig
Onderzoekers van de Universiteit van Oxford hebben ontdekt dat links- of rechtshandigheid erfelijk is bepaald.
Een gen (LRRTM1) speelt waarschijnlijk een rol bij de voorkeur voor de linker- of rechterhand. Of iemand links- of rechtshandig is wordt bepaald door de taakverdeling in de hersenen.
De linker- en de rechterhersenhelft doen niet hetzelfde. Bij rechtshandigen worden spraak en taal bijvoorbeeld in de linkerhersenhelft verwerkt en emoties in de rechterhersenhelft. Bij linkshandigen is dat over het algemeen precies andersom.
Het door de onderzoekers ontdekte gen bepaalt welke delen van de hersenen zich met specifieke taken bemoeien.
De feiten:
Iets minder dan 10 procent van de mensen is linkshandig.
De mensapen hebben juist helemaal geen voorkeur voor linker- of rechterhand.
In de 19e eeuw werd linkshandigheid geassocieerd met criminaliteit.
In de tijd van het Schooltje Kollum, rond 1930, werden alle linkshandige kinderen gedwongen om rechts te schrijven, waardoor zij een belabberd handschrift ontwikkelden. Tegenwoordig weten we gelukkig beter: ook met links kun je vlot en netjes leren schrijven. Naar schatting is momenteel zo’n acht tot dertien procent van alle mensen linkshandig; dat zijn gemiddeld drie leerlingen per klas.