Konijnen moeten een paar uur per dag buiten kunnen huppelen
Konijnen kunnen zowel buiten als binnen in een ruime kooi of hok gehuisvest worden waar ze languit in kunnen liggen. Minimale grootte voor kleine rassen 60 x 75 x 70 cm (lxbxh) en voor grote rassen 60 x 120 x 70 cm. Een buitenhok moet wel beschermd zijn tegen zon, wind en regen. Konijnen kunnen sterven aan oververhitting, bijvoorbeeld als het hok in de felle zon staat en onvoldoende kan ventileren. Geef stro als bodembedekking; een voldoende dikke laag neemt goed de urine op. Maak het hok wekelijks schoon; het ontlastinghoekje dagelijks.
Konijnen moeten een paar uur per dag buiten kunnen huppelen in huis of in de tuin (buitenren). Niet alleen omdat dit bij het normale gedrag past, maar anders bestaat ook het risico dat de dieren gaan vervetten. Als ze nog heel jong zijn, mogen ze nog niet naar buiten als het koud is.
Let er in huis op dat ze niet aan elektriciteitsdraden, planten of tapijt kunnen knagen. Geef het konijn wel altijd hooi ter beschikking om in zijn knaagbehoefte te voorzien en als belangrijke bron van vezels. Een konijn kiest altijd een vaste hoek uit voor zijn behoefte. Ze zijn daarom goed zindelijk te maken op een soort kattenbak die daar geplaatst wordt. Gebruik zachte kattenbakkorrels. Als mannetjes urine sproeien kan castratie uitkomst bieden. Konijnen zijn groepsdieren, echter als er meerdere mannetjes bij elkaar worden gehouden, kunnen ze gaan vechten. Ook vrouwtjes kunnen beter op jonge leeftijd gecastreerd worden om baarmoederkanker op latere leeftijd te voorkomen. (Meer dan 80 procent van de voedsters ouder dan vier jaar kan last krijgen van baarmoedertumoren.)
Pak een konijn niet bij de oren of het nekvel op en steek ook geen hand naar hem uit. Dit laatste kan een aanval op de hand uitlokken. Gewoon een hand onder de buik en de borst. De rug moet goed worden vastgehouden als het konijn tegen de borst wordt gedrukt. Dit om te voorkomen dat het zich met de sterke achterpoten afzet en zichzelf (de rug) kan beschadigen. Dicht bij het lichaam houden geeft het konijn een veilig gevoel. Konijnen bijten zelden, maar kunnen met de krachtige achterpoten wel fors krabben. Bij opwinding of angst kan een konijn flink met de achterpoten roffelen en soms gillenAls een konijn in de rui is, mag de vacht geborsteld worden om de dode haren te verwijderen. Hiermee wordt voorkomen dat zich haarballen vormen in de maag. Een konijn kan niet braken en teveel opname van haren kan leiden tot een maagverstopping.
Dr. Paul Overgaauw
Platform Verantwoord Huisdierenbezit
www.huisdieren.nu