Meer dan één soort golf

Een variant op het golfspel is straatgolf een mix van urban golf (traditioneel golf alleen met een lichtere bal) en boerengolf. De bedenker komt uit Ruurlo. De hole is een bestaand element in de straat, dat kan zijn een lantaarnpaal maar ook een bankje. De golfclub heeft een platte en schuine slagkant, je speelt met een grote, zachte bal. Als de bal tegen het voorwerp dat staat beschreven in de route is geslagen heb je een hole gemaakt. Het wordt gespeeld in twee groepen van vijf personen.

Frisbeegolf
Deze vorm van golf werd in de jaren zeventig in Amerika ontwikkeld en is in Australi, Nieuw Zeeland en Amerika ontzettend populair. In plaats van bal en clubs gebruiken de spelers een frisbeeschijf. Een gat in de grond wordt niet gebruikt maar zgn poleholes waar de schijf in geworpen moet worden. In zo min mogeijk worpen moet het parcours worden afgelegd. Het wordt vaak gespeeld in parken waar dan tijdelijke targets worden geplaatst. Aan het eind van de wedstrijd kunnen deze weer worden meegenomen.

Boerengolf
Dit golfspel wordt gespeeld bij een boerderij of een mini-camping. De weilanden zijn het veld waarin wordt gespeeld. De club is een aan een bezemsteel bevestigd houten klompje waarmee de boerengolfbal wordt weggeslagen. Het aantal boerengolfbanen groeit gestaag. Het is momenteel de snelst groeiende buitensport in Nederland.