Het sporten samen met een groep leeftijdgenoten, stimuleert nog meer.
Zo’n mixgroep regelt en ontwikkelt zelfstandig het eigen clubgebeuren. Een wordt meestal door een kartrekker (een deskundige medesporter) ondersteunt. We sporten onderling en maken een sportvorm eenvoudiger: kleiner veld, minder spelers, lichter materiaal. Spelregels worden op de mogelijkheden van de groep en op de individuele sporter afgestemd. Dat zorgt voor het ‘op maat’ kunnen sporten. Samen een sport ‘beleven’ gaat voor alles. Dat is ‘bewegen om het bewegen’, maar voor de 50-plussers gaat het ook om ‘samen presteren’. Beleven is het begin.
Daarna willen sommigen af en toe vaardigheden leren of verbeteren. En uiteindelijk gaat het om het ontwikkelen van een sportvorm voor zichzelf en voor een ander. Elkaar helpen of coachen, hoort hierbij. Zo sport iedereen op een eigen en verschillend niveau en sport dus ‘optimaal’. Dat is aan de ene kant: afwisselend beleven, leren en ontwikkelen en aan de andere kant: sporten met een ‘matig intensieve inzet’, op driekwart van je persoonlijk maximaal fysiek en mentaal coördinatievermogen. Voor de 50-plusser is sporten pas ‘gezond’ als de activiteit plezier geeft, er op maat en optimaal zelfstandig wordt gesport en er sprake is van een samenwerkend leren en ontwikkelen. Aan zo’n club kan iedereen meedoen en is zowel binnen als buiten een sportvereniging op te zetten. Deze clubs ontstaan al her en der in het land. Nog te weinig, maar het ontwikkelen van dit ‘nieuwe sporten voor 50-plussers’ vergt de nodige tijd.
Het ‘oude’ sporten is nog niet weg en is meer spel-, gymnastiek of dansgericht, vooral op gezellig samen bewegen ingesteld en doen wat de trainer voordoet. Dat sluit nog steeds goed aan bij wat vooral de 75-plussers willen. Maar soms ook de jongere ouderen.
Voor wie zich wil verdiepen in dit ‘nieuwe sporten’ is de site www.oldaction.nl een aanrader. Zoek dan naar de leidraad voor zelfontwikkeling en zet een eigen 50-plus sportclub op.