Redactie Paasvuren | Elke streek heeft zijn eigen traditie
Op eerste of tweede paasdag worden met name in het oosten noorden van ons land de paasvuren ontstoken. Het vuur dat wordt ontstoken nadat de duisternis is ingevallen, is een echte streektraditie die ook wel een lentevreugdevuur wordt genoemd. Op de eerste paasdag zijn de paasvuren voornamelijk in het oosten te zien, de regio’s waar voornamelijk Rooms-Katholieke en Nederlands-Hervormde kerken vertegenwoordigt zijn. In de regio Drenthe komen meer gereformeerde kerkgenootschappen voor en vandaar dat men hier de paasvuren op de tweede paasdag zal ontsteken.
Paasvuur, een sociaal gebeuren
Hoewel de meeste paasvuren te vinden zijn in de provincies Drenthe, Overijssel, Gelderland en Groningen komen deze evengoed ook voor in Noord-Brabant en in Friesland. De Stellingwerven staan hierom bekend.
Oorsprong van het paasvuur
De Twentse paasvuren zijn erg bekend, vooral omdat deze in grote getale aanwezig zijn en vaak op niet al te grote afstand van elkaar. Het zou hier gaan om een oud gebruik waarvan verondersteld wordt dat dit een voorchristelijke oorsprong heeft. Vanuit de protestantse kerk is in de 17e eeuw getracht om een eind te maken aan deze traditie. Strenge milieuvoorschriften maakten eind van de 20e eeuw bijna een einde aan de traditionele paasvuren. Nadien zijn door gemeenten bepalingen voorgeschreven dat het paasvuur alleen nog bestaan mag uit snoeihout.
In enkele andere delen van Europa komen eveneens paasvuren voor maar altijd alleen op eerste paasdag of de zaterdag ervoor. Op Texel kent men ook het gebruik van een groot lentevuur genaamd meierblissen. Hier wordt het vuur echter niet aangestoken op één van de paasdagen maar op de avond voor 1 mei. Eenzelfde gebruik kent men ook in Noord-Friesland in Duitsland. Hier wordt het biikebrennen gevierd op 21 februari.
Bron: o.a Wikipedia