Wandelen | Langzaam opbouwen en steeds een stukje verder.
Onderstaande tips voor wie de smaak van het wandelen te pakken heeft gekregen.
Ga eerst een rondje bij uw huis wandelen. Voer de afstanden langzaam op. Als je ook wel eens een andere omgeving wilt moet je over het “gereedschap” gaan nadenken.
Schoenen:
Een paar goede schoenen is een eerste vereiste. Ze moeten in ieder geval goed waterdicht zijn en een halve of hele maat te groot (je voeten zwellen namelijk als je een tijdje loopt). Vraag de winkelier of je ze een paar dagen thuis (binnen) mag testen.
Sokken:
Misschien nog wel belangrijker dan de schoenen, de sokken. Zorg voor de goede maat met naden op de juiste plaats zodat je geen blaren krijgt. Ze moeten van materiaal zijn dat zweet afvoert of de voeten juist warm houdt. Ze mogen niet irriteren.
Kleding:
Neem in ieder geval altijd regenkleding mee. Trek liever teveel dan te weinig aan. De kleding moet niet te krap zitten. Een broek met afritsbare pijpen is prima maar ga niet te snel met de benen bloot, hoog nat gras of scherpe struiken voelen niet prettig.
Verder is een rugtas onontbeerlijk en bij de boekhandel en bibliotheek zijn verscheidene routeboeken te krijgen. Ook kun je op het internet diverse routes downloaden of zelf uitstippelen met behulp van Google Maps.