De Kempen, een streek in het zuidoosten van Brabant die zich uitstrekt van Eindhoven tot over de Belgische grens. De Belgische en de Nederlandse Kempen bieden naast de historie, ook veel prachtige natuurgebieden en Bourgondische charmes.
De ‘Contente Mens’ en de ‘Acht Zaligheden’ zijn typerend voor de Brabantse Kempen. Deze verwijzen naar de geschiedenis van de streek en naar het gemoedelijke karakter van de Kempische bevolking. Verder heeft de streek de Kempen een dubbel gezicht. Enerzijds straalt de Kempen het rustieke, agrarische karakter van oudsher uit en anderzijds kreeg deze streek een heel nieuw gezicht door de vorm van nieuwbouw en vele (rand)stedelijke voorzieningen.
De Kempen staat onder meer bekend als de streek van de ‘Acht Zaligheden’, de ‘Contente Mens’, Teuten, grenspalen, de smokkelroutes en haar mooie natuur.
Acht Zaligheden
Het woord Zaligheden is een verbastering van ’selligheden’, een achttal typisch Kempense dorpen waarvan die naam eindigt op ’sel’: Eersel, Steensel, Duizel, Knegsel, Netersel, Hulsel, Reusel, en Wintelre (Wintersel). De benaming ’Zaligheden’ werd vroeger door Franse soldaten cynisch gebruikt vanwege de grote armoede die er in de Kempen heerste. Soms word er, niet al te serieus, verwezen naar de ’negende Zaligheid’: hiermee wordt Bladel bedoeld.
Contente Mens
De ’Contente Mens’ is een beeld in Eersel dat het symbool is geworden voor Kempense volksaard. De Kempenaar moest vroeger hard werken voor weinig geld. Hij klaagde echter nooit en nam het leven zoals het was. Nog steeds genieten de Kempenaren van alle goede dingen des levens en is men uitermate ’content’. Later verscheen ook ’De contente vrouw’ ten tonele.
De Teuten
De Teuten waren handelaars die er te voet op uit trokken om tot ver in het buitenland hun waren en diensten aan te bieden. Belangrijk voor de Kempen was de Teutenhandel van de 15e tot de 20e eeuw. Van de opbrengsten werden niet alleen grote feesten gegeven maar ook werd een deel aan de kerk en liefdadigheid geschonken. Daarnaast liet men mooie huizen bouwen in typische stijl. In het centrum van Eersel, zijn nog teutenwoningen bewaard gebleven en in Luyksgestel staat een gedenkteken van ’de Koperteut’.
Grenspalen
In 1843 werd de grenslijn tussen België en Nederland vastgelegd. Tegenwoordig kan men ongemerkt van het Nederlandse naar Belgische deel van de Kempen oversteken. De gietijzeren en stenen grenspalen staan echter nog langs veel grensovergangen in de Kempen, als stille getuigen van de tijd, toen de grens tussen Nederland en België nog hermetisch afgesloten was.
Smokkelroutes
In de jaren ’50 en ’60 was het grensgebied tussen de Nederlandse en Belgische Kempen het toneel van spannende achtervolgingen tussen (boter)smokkelaars en douaniers. Om de auto’s van de gendarmes tot stilstand te brengen strooiden de smokkelaars ‘kraaiepoten’ op de weg. Deze kraaienpoten zorgden voor veel lekke banden, doordat er altijd één scherpe punt omhoog stak. Het beeld van ‘De Kraaienpoot’ in Luyksgestel herinnert nog aan deze tijd.
Bron: VVV Bladel