Rookdoos neemt plaats over van de barbeque
Barbecuen is het niet meer, roken is helemaal van deze tijd.
Vooral in de Scandinavische landen wordt van oudsher al veel gerookt maar ook bij ons neemt de populariteit toe.
Het roken van vis maar ook vlees is één van de oudste conserveringsmethoden, die ook bij ons, al tijden wordt toepast voor paling.
Roken doe je met behulp van een rookdoos of rookoven (voor op het fornuis) maar kan ook prima op de barbecue (mits er een deksel op zit).
Heb je geen rookdoos of oven, maak dan gebruik van een braadslee (met rooster en afdruiprek) waarvan je het deksel goed kunt sluiten. Met wat houtmot of schaafsel van een harde houtsoort op de bodem heb je in een mum van tijd een makreel, haring of forel gerookt.
Voor het roken worden verschillende houtsoorten gebruikt, voor paling eikenhout maar voor zalm vaak elzenhout. Voor wild wordt gebruik gemaakt van houtmot van de appelboom en voor varkensvlees wordt notenhout gebruikt.
De temperatuur tijdens het roken moet zo’n 95 graden Celsius zijn, maak tussentijds de houtsnippers even nat, hiermee verhoog je de rookontwikkeling.