Autoverlichting | De juiste lampen aan op het juiste moment.
Wat is het verschil tussen deze soorten verlichting? Het blijkt nog weleens lastig te zijn wat het nu precies is.Tot in de zestiger jaren had een auto drie soorten verlichting. In de bebouwde kom gebruikte je het stadslicht, kleine lampjes aan de zijkant van de gewone lampen of je deed de normale verlichting aan maar dan op een kwart van de maximale sterkte.
Wanneer er een tegenligger naderde schakelde je de verlichting op dimlicht zodat hij niet verblind kon worden. Omdat er buiten de bebouwde kom nog weinig straatverlichting was voerde je daar altijd groot licht. Kwam er een tegenligger dan moest je het dimlicht gebruiken.
Dimlicht kennen we nog steeds en wordt tegenwoordig bijna altijd gebruikt, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Veel auto’s beschikken nog wel over stadslichten maar deze gaan gelijktijdig met het dimlicht branden. Wanneer je echt niet voldoende kunt zien dan gebruik je even het groot licht.
Bron: Faqt