Istanbul is een stad die zeer de moeite waard is opnieuw te veroveren en vervolgens te koesteren: in allerlei wijken in en rond het oude centrum is wel iets te vinden van het rijke verleden. Naast de hectiek die elke metropool kenmerkt, vind je er ook rustige plaatsen, mooi aangelegde parken en sfeervolle binnenplaatsjes. En vriendelijke bewoners uit allerlei windstreken.
Vanaf de 7e eeuw voor Christus hebben allerlei volkeren de stad bewoond en hun sporen achtergelaten: vanaf Byzantium en Constantinopel tot het huidige Istanbul.
Een stukje geschiedenis
De Byzantijnse periode (330-1453):
De stad werd gesticht in de 7e eeuw voor Christus, waarschijnlijk door de Griekse kolonist Byzas: een heel strategische plaats, aangewezen door het orakel van Delphi.
Constantijn de Grote maakt Byzantium tot hoofdstad van het Romeinse rijk. De stad wordt Constantinopel genoemd. In 6 jaar tijd wordt de stad verfraaid en uitgebouwd, Constantijn haalt kunstschatten uit Italië en Griekenland.
Het motief voor deze keuze was o.a. dichter bij het front te zitten, bij de rand van het rijk. Constantinopel ontwikkelt zich tot centrum van de christenheid: er worden bv. verschillende concilies gehouden. De bisschoppen van het hele rijk kwamen bijeen en legden geloofswaarheden vast in de ons bekende dogma’s.
De Byzantijnse periode loopt van 330 tot 1453, ruim duizend jaar van opbouw, hoogtepunten en verval. Zo’n kleine 100 keizers bestuurden vanuit deze stad hun rijk. Een hoogtepunt vormde het bewind van keizer Justinianus (527-565): hij zorgde niet alleen voor gebiedsuitbreiding, maar liet ook fraaie kerken bouwen, (ondergrondse) waterreservoirs (cisternen) aanleggen en hij voerde het Romeinse recht in (alle uitspraken en wetten van de 1000 jaar ervoor werden gecomprimeerd tot 4000 wetten!). Het bekendst is de bouw van de Hagia Sofia: de kerk die de eeuwen heeft getrotseerd en die het symbool werd van het christelijke (oosterse) rijk en de begeerlijke gouden appel in de ogen van vijandige volkeren.
Een dieptepunt was de 4e kruistocht, die m.n. door de machinaties van Venetië, in een plundering van Constantinopel ontaardt: alle losse en los te wrikken kunstschatten en relikwieën worden geroofd of vernield.
Van 1204 tot 1261 staat Constantinopel onder gezag van Rome, de periode van het zgn. Latijnse Keizerrijk. Westerse riten en dogma’s worden opgelegd, wat de kloof tussen de westerse en oosterse kerk alleen maar vergroot. In 1261 weet de Byzantijnse keizer de stad weer in bezit te krijgen. Er was toen niet veel meer over van het eens roemruchte rijk. Wonderbaarlijk is dat er dan een tijd van geweldige culturele bloei volgt: de Paleologische Renaissance.
Er is in onze tijd nog flink wat te bewonderen uit deze byzantijnse periode: kerken (o.a. de Hagia Sofhia), cisternes, een aquaduct, de landmuur die de stad eeuwenlang beschermd heeft, mozaïeken en fresco’s, het hippodroom met zijn Egyptische obelisk en zuilen…. In de wijken Fener en Kumkap� staan nog veel oude Grieks-orthodoxe kerken.
De Osmaanse periode (1453-1923):
De jeugdige sultan Mehmet II weet de stad in 1453 te veroveren, na een langdurig beleg. Hij wordt Fatih genoemd (veroveraar) en zijn graftombe in de Fatih-moskee wordt nog steeds door gelovigen gekust.
Constantinopel was een soort enclave in het toen al grote moslimgebied geworden, maar het was voor de Turken wel de begeerlijke gouden appel. Fatih reed direct naar de Hagia Sofia, was vol bewondering over het bouwwerk en besloot er een moskee van te maken.De kunstminnende en westers geörienteerde Mehmet heeft niet alleen de stad weer van inwoners voorzien, maar ook tal van openbare bouwwerken en moskeeën nagelaten.
Na Fatih heersen er nog ongeveer 40 sultans in Istanbul. Een hoogtepunt is de regeringstijd van sultan Süleyman de Prachtlievende, die 46 jaar aan het bewind is geweest, van 1520 tot 1566. Een tijd van gebiedsuitbreiding (hij stond 2 keer voor Wenen) en van stabiliteit (men spreekt wel van de Pax Ottomanica), maar ook van grote culturele bloei: onder het bewind van Süleyman werden tal van architectonische prestaties geleverd. Niet alleen prachtige moskeeën, maar ook hamams, aquaducten, paleizen, bruggen…Zijn belangrijkste bouwmeester was Mimar Sinan, die ook nog onder 2 andere sultans gediend heeft. Van de langlevende Sinan (hij werd 98 jaar) zijn prachtige moskeeën te bewonderen.
Het janitsarenleger
De enorme gebiedsuitbreiding van de Osmanen werd mogelijk door het elitaire legerkorps van de sultan: het janitsarenleger.
Jonge christelijke knapen tussen de 10 en 14 jaar werden gerekruteerd uit veroverde gebieden. Het is het systeem van de dev�irme: Als een soort belastingafdracht moesten de onderworpen christelijke volken (met name op de Balkan) kinderen afstaan. De kinderen werden getest, besneden en volledig verturkst. Ongeveer 10% van hen ging naar de paleisschool en kreeg de beste educatie. Uit deze groep kwamen de latere machtige viziers, legerofficieren en bestuurders voort. De overigen werden horigen bij rijken en grootgrondbezitters of werden ingelijfd in het janitsarenleger. Het systeem van de dev�irme zorgde voor een onafhankelijk en loyaal leger, omdat het voorkwam dat zich een dynastie van belanghebbenden vormde.
De neergang:
In de 18e eeuw beginnen ook de oorlogen met gebieden die zelfstandigheid willen: opstanden, rellen, vaak gesteund door westerse landen omdat het hier om onderworpen christenen ging. Het Osmaanse Rijk is steeds de verliezer, het westen spreekt in termen van de oosterse kwestie en de zieke man aan de Bosporus.
Vanaf ongeveer 1800 tot 1922 is er voortdurend ergens in het rijk oorlog.Vanaf ongeveer 1880 krijgt de beweging van de Jong Turken steeds meer invloed op de politiek en wordt uiteindelijk machtiger dan de sultan. Ze dwingt een grondwet af. Ook de later optredende Atatürk komt voort uit deze beweging. Het einde van het Osmaanse rijk komt dan snel in zicht:
- het pact met de Duitsers in de 1e WO loopt uit op een drama: het Osmaanse Rijk wordt onder de begerige westerse landen opgedeeld en teruggebracht tot bijna niets in centraal Anatoliëin de schaduw van de oorlog speelt zich de teloorgang van de Armeniërs af
- de laatste sultan, Mehmet VI, moet in 1920 tekenen voor al het gebiedsverlies
- al in 1919 begint o.l.v. Atatürk de strijd tegen de bezetters van Anatolië en de westkust: de Grieken. Deze onafhankelijkheidsoorlog eindigt in 1922. Vanaf 1923 liggen de grenzen vast en wordt de Republiek Turkije uitgeroepen.
Het huidige Istanbul
De beste tijd voor een bezoek is in het voor- en najaar. Je kunt dan bij een aangename temperatuur heerlijk wandelen door de oude buurten van de stad. Mijn voorkeur heeft wandelen omdat je dan allerlei bijzonderheden goed op je kunt laten inwerken.
Uit bovengenoemde periodes zijn tal van monumenten bewaard gebleven. Wil je een enigszins compleet beeld van de rijke historie krijgen, dan is een verblijf van minimaal 6 dagen aan te bevelen. Bij een korter bezoek, zoals zoveel reisbureaus aanbieden, ren je in hoog tempo van de Aya Sofia naar de Blauwe Moskee. En juist die volkswijken net buiten het toeristisch gebied zijn erg interessant…De stad zit elke dag vol verrassingen voor de geïnteresseerde bezoeker.
Geschreven door Gerard Busch