Redactie Wil je op een mooie dag eens lekker rustig een eindje fietsen door de bossen of de duinen en moet je voortdurend maken dat je aan de kant komt want dan nadert er weer een sliert toerfietsers. Toerfietsers fietsen vaak twee aan twee met een gemiddelde snelheid van zo’n 30 kilometer per uur. Nog niet zo hard als de echte wielrenner die vaak wel 40 kilometer per uur haalt.
De snelheid van een groep toerfietsers, die soms wel uit 30 man sterk bestaat, is geregeld de oorzaak van boze gezichten en scheldpartijen van mede-weggebruikers. Toch is het ook vaak lastig voor de fietsers om pardoes te stoppen omdat men met de schoenen vast zit aan de pedalen. Dat toerfietsen niet ongevaarlijk is laten de cijfers uit een onderzoek van Consument en Veiligheid zien. Per jaar krijgen ongeveer 1500 wielrenners te maken met min of meer ernstige verwondingen waarmee ze zich bij de eerste hulp van een ziekenhuis melden. Het meest voorkomende letsel loopt men op door een val van de fiets.
De Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU) geeft in een gedragscode de fietsers het advies om in groepen van maximaal vijftien wielrenners te rijden en bij elkaar te blijven, ook in geval van pech. In groepsverband dragen de renners meestal wel een helm maar ook degene die alleen gaat fietsen op een toer-of wielrennersfiets zou een helm moeten dragen. De stichting Consument en Veiligheid geeft sporters adviezen op de website, voorkomblessures.nl